Begin februari startte ik als stagiaire bij morgenmakers. Elke dag ging ik vanuit Tilburg met trein en fiets naar kantoor in de Lodewijkstraat in Eindhoven, maar met de komst van corona staat plotseling alles op zijn kop. Mijn normale dagelijkse structuur valt weg en in de plaats ervan komen nieuwe gewoontes, nieuwe structuren. Wennen? Absoluut. Maar het is ook uitdagend.
Waar ik eerst de dag begon met een boterham in de trein en een pot thee of koffie op kantoor met mijn mede-morgenmakers, spreken we elkaar nu elke ochtend via een videomeeting. De bekende gezichten verschijnen een voor een op mijn scherm tot we compleet zijn. Het vertrouwde kopje koffie of thee in de ene hand, we zwaaien naar elkaar met de ander en bespreken wat we die dag gaan doen.
Motivatie op de studentenkamer
Iets kortere werkdagen en elkaar op een vast moment zien, zorgt voor meer motivatie, want geloof me, die is soms wel even moeilijk te vinden wanneer je elke dag werkt vanuit je studentenkamer. In de kamer waarin je slaapt, films kijkt en eet, zit je nu ook opeens elke dag te werken. In de eerste week was dit geen probleem. Wat langer uitslapen en met zijn allen ‘stiekem’ in je pyjamabroek meetings houden was in het begin heel fijn, totdat je merkt dat je blind een hindernisbaan zou kunnen afleggen in je kamer omdat je na week drie alles tot in detail kunt dromen. Wat voor mij werkt, is het aanwijzen van één plek dat voortaan mijn ‘kantoor’ is. Elke lunchpauze loop ik even een ommetje om even mijn gedachten te verzetten. Dit blijkt een goede vervanger voor dat stukje fietsen dat nu wegvalt.
Toch heb ik wel eens zo’n dag waarin het gewoonweg niet lekker loopt en ik me niet productief voel. In het begin had ik snel de neiging om dit buiten werktijden in te halen. Daardoor liepen mijn werk- en vrije tijd helemaal door elkaar heen. Na een week gesukkel gaf ik dit aan bij Maaike. Meteen werd duidelijk dat ik niet de enige was die hier weleens last van heeft. Soms gaat het niet. Dan doe wat je kunt en morgen is er weer een dag. Dit gesprekje zorgde meteen voor een veel lichter gevoel. Delen wanneer het goed gaat, gaat vaak vanzelf, maar delen wanneer het niet lekker loopt, hoort er ook bij. Dit verbindt ons alleen maar meer.
Deur-aan-deur
Ook het werk is anders dan normaal bij morgenmakers. Sommige projecten staan op dit moment stil. Zo werkte ik mee aan een project waarbij we willen onderzoeken waar de energie zit bij mensen in een actiewijk. We waren van plan om deur-aan-deur kennismakingsgesprekken te houden. Maar dat kan nu even niet. Omdat het hier om een eerste kennismaking gaat, is persoonlijk contact enorm belangrijk en zijn digitale alternatieven aanzienlijk minder passend.
Voor veel andere projecten bedenken we vormen die nu wel kunnen. Sommige oplossingen zullen we misschien ook na deze crisis kunnen inzetten. Zo kreeg een straatproject in Tilburg de vorm van 120 zelf samengestelde pakketjes vol bloemenzaadjes, stoepkrijt, een DIY-insectenhotel en een buurtkrant. Met handschoenen aan en op gepaste afstand brachten we ze rond. Soms gewoon in de brievenbus, soms met een praatje met de bewoners die al buiten te vinden waren. Brainstormen doen we via Miro, een online whiteboard waar de creatieve mogelijkheden perfect zijn voor een bedrijf als morgenmakers. En ikzelf kan Miro voor toekomstige schoolprojecten ook zeker heel goed gebruiken.
We worden nu gedwongen om nog anders te kijken naar vraagstukken en dat is iets waar we vooral veel uit kunnen leren. Al is mijn stage niet helemaal gelopen zoals ik dacht, toch is ze absoluut niet gezakt in waarde. Want verbindingen leggen, zeker in crisistijd, dat doe ik graag.
Robin Turner
stagiaire morgenmakers